De laatste houding, die door het Hoofd-type als fijn wordt ervaren.
De Driehoek:
- De leerlingen staan in een spreidstand.
- Laat ze proberen te voelen of zij in een rechte lijn staan.
- Dan mogen op een uitademing de armen omhoog tot schouderhoogte.
- Op de volgende uitademing buigen we naar links, de linkerhand glijdt over het been richting de linker voet.
- De rechterarm komt omhoog.
- Mocht de leerling de voet niet halen, is de kuit of het boven been ook goed.
- Laat ze wel opzij buigen en niet naar voren.
- Vervolgens laat de leerlingen naar de rechterhand kijken.
- Kom na een paar tellen op een inademing terug in het midden.
- Herhaal de houding naar rechts.
- Laat de leerlingen de houding navoelen en navertellen.