Kinderyogales deel 1

Een les Integrale Kinderyoga.

Als je na een paar maanden naar je klas kijkt, kun je misschien al de leerlingen in de volgende groepjes verdelen aan de hand van een sterke kant:

  1. Het Hoofd-type
  2. Het Hart-type
  3. De Doener

Vandaag beschrijven we het Hoofd-type en geven er yogahoudingen bij die de leerlingen vast erg leuk vinden. Eigenlijk kunnen de leerlingen zelf wel aangegeven wat het Hoofd-type is, zij kennen zichzelf vaak best goed. Maar om ze te helpen: je bent een Hoofd-type als je veel nadenkt over moeilijke dingen. Dat kun je de binnen kant van je sterke kant noemen.  Je hebt ook snel een mening over iets of iemand, vaak zeg je “maar” of “misschien”. Zie je ze al voor je? Probeer het maar in de klas, de leerlingen zullen het precies kunnen benoemen waarom zij het Hoofd-type zijn.

Zorg voor voldoende ruimte in het lokaal. Zorg dat de leerlingen rustig in kleermakerszit gaan zitten. Vraag ze om te benoemen hoe zij de adem ervaren: is de adem hoog, of voelen zij de adem in de buik. Laat ze langzaam tot rust komen. De eerste houding is de armhef:

  • De leerlingen brengen hun handen op oorhoogte. De vingers wijzen naar het oor, handpalmen open naar het plafond. De ellenbogen steken uit naar de zijkant.
  • Laat de leerlingen visualiseren dat er iets zwaars op hun handen ligt.
  • Nu mogen ze dit zware pakketje langzaam omhoog duwen.
  • Houd de armen zolang mogelijk gestrekt langs de oren boven het hoofd. Laat de leerlingen hun ademhaling observeren.
  • Langzaam mogen de handen weer terug tot aan de oren.
  • Zitten de leerlingen nog goed in de houding?
  • De houding nog een keer, en laat dan de handen rusten op de knie of in de schoot.
  • Laat de leerlingen de houding na voelen, en na vertellen.

 

Veel plezier.

Dit vind je misschien ook leuk...